Skip to main content

Uitgeklaard: Ben je later nog iets met je KLJ-ervaringen?

Nationaal

10 september 2021

In een jeugdbeweging leer je duizend-en-één dingen, maar ben je daar later ook iets mee? “Zeker en vast”, zegt Ellen Albrechts van de VDAB. “Zulke mensen staan meer open voor diversiteit, denken oplossingsgerichter en panikeren minder snel.” Ook KLJ’ster en instructrice Sarah De Coensel en onderzoeker Bert Wastijn zien positieve effecten op jobkansen en mentaal welzijn.

“In het jeugdwerk krijg je een houding mee waarin engagement vaak centraal staat”, zegt Bert Wastijn, onderzoeker in Onderwijs en Pedagogie aan de Erasmushogeschool Brussel en voormalig (hoofd)animator bij het Rode Kruis-Vlaanderen. “Die houding krijgt op elk niveau, in elke werking, in elk soort jeugdbeweging een andere invulling, maar is wel overal aanwezig.”

“Iedereen uit een jeugdbeweging is sociaal, flexibel en kan goed in team werken”, vertelt Ellen Albrechts, strategisch accountmanager bij de Vlaamse arbeidsbemiddelingsdienst VDAB. “Ik ben bijvoorbeeld flexibel omdat ik als hoofdleiding van hier naar daar moest lopen op kamp. Als jonge schoolverlater kan je die competenties zeker in de verf zetten tijdens een zoektocht naar een job.”

“Iedereen uit een jeugdbeweging is sociaal, flexibel en kan goed in team werken”

Ellen Albrechts, VDAB

Vaardigheden en competenties

Welke vaardigheden ontwikkel je in een jeugdbeweging?

Bert: “In het jeugdwerk kan je op verschillende manieren actief zijn. Bij de klassieke jeugdbeweging met een lokale werking, zoals KLJ, leer je vaardigheden als werken met kinderen, kampen organiseren, vergaderen en onderhandelen. Op het bovenlokale niveau moet je soms meer abstract denken, opleidingen geven, strategische plannen maken en vooruitdenken. Ten slotte heb je ook het internationale niveau, waar je bijvoorbeeld buitenlandse kampen organiseert. Op elk niveau verwerf je dus andere soorten vaardigheden en competenties.”

Ellen: “Je ontwikkelt competenties die waardevol zijn in je loopbaan, zoals samenwerken, organiseren en verantwoordelijkheid opnemen. Mensen uit een jeugdbeweging staan ook meer open voor diversiteit, denken oplossingsgerichter en panikeren minder snel. Ze hebben daarnaast al veel dingen in de praktijk kunnen uitvoeren en testen.”

Sarah: “Je leert vooral verantwoordelijkheid opnemen. Afhankelijk van je persoonlijkheid scherp je ook andere vaardigheden aan, zoals creativiteit en handigheid. Dat zijn allemaal competenties die je ook in het dagelijkse leven gebruikt.”

[Lees verder onder de foto.]

Zijn er vaardigheden die je alleen maar kan verwerven in een jeugdbeweging?

Bert: “Het jeugdwerk biedt een context die veel opportuniteiten creëert voor kinderen, jongeren en jongvolwassenen om uit te proberen en te experimenteren. Dat kan veilig door het beleid en de sterk georganiseerde vorm van het jeugdwerk in het Vlaamse landschap. Er zijn niet veel landen waar vijftien- tot zestienjarigen verantwoordelijk zijn voor een groep van twintig kinderen. In bedrijfssectoren is dat toch minder evident om te doen. We zien ook dat mensen uit een jeugdbeweging die voor het eerst ouders worden, anders in hun ouderrol stappen. We merken dat ze zich anders voorbereid voelen.”

Sarah: “De samenhorigheid die typisch is voor een jeugdbeweging, is ook opvallend. In een vriendenkring kan je die ook ervaren, maar dat is toch iets anders in een jeugdbeweging. Daar zitten mensen op wie je elk weekend vertrouwt en met wie je een gezamenlijk doel nastreeft.”

Ellen: “Je merkt dat mensen die heel hun leven in een jeugdbeweging hebben gezeten een andere instelling hebben. Toch ga ik niet zeggen dat kinderen die niet in een jeugdbeweging hebben gezeten die standaard niet hebben. Dat is een beetje kort door de bocht.”

“Er zijn niet veel andere landen waar zestienjarigen verantwoordelijk zijn voor een groep van twintig kinderen”

Bert Wastijn, Onderzoeker in Onderwijs en Pedagogie

Wat is het verschil met het onderwijs?

Bert: “Heel wat scholen vertrekken vanuit leren en denken. Ze schenken dus eerst aandacht aan het theoretische. Het jeugdwerk daarentegen vertrekt vaak vanuit doen en experimenteren. Je gaat met kinderen aan de slag of geeft een vorming aan toekomstige leiding. Wat lukt, doen we opnieuw en wat niet lukt, passen we aan. Er zijn wel enkele ervaringsgerichte scholen, maar de insteek is daar vaak anders.”

“Het jeugdwerk is ook een plaats waar je vrijwilligerswerk kunt doen of een stage kan volgen, maar het is meer dan dat. Jeugdwerk is niet alleen de oefenplaats voor het onderwijs, het onderwijs kan ook een fijne experimenteerruimte zijn voor het jeugdwerk. Waarom zouden we niet alle leerkrachten uit het lager onderwijs een tweetal weken laten meedraaien met een hoop animatoren?”

KLJ ondersteunt leiding en bestuursleden met cursussen en vormingsmomenten. Wat is daar het belang van?

Bert: “Je moet als jeugdwerker vooral goed omkaderd worden. Dat kan bijvoorbeeld met animatorcursussen. Als je zo’n cursus niet gevolgd hebt, dan verwacht ik wel dat je altijd met vragen terechtkan bij de nationale en regionale ondersteuning van de jeugdbeweging. Je mag geen enkele drempel voelen wanneer je met iets zit.”

Sarah: “Als VKB’er (de instructeurs die de cursussen van KLJ begeleiden, red.) vind ik het natuurlijk fijn dat jongeren een cursus volgen. Een cursus heeft sowieso een positieve invloed op de deelnemers. De instructeurs geven heel wat tips en tricks, en de deelnemers wisselen verhalen uit van zaken die zij goed aanpakken in hun lokale afdeling. We leren dus enorm veel van elkaar. Maar evengoed zie ik dat KLJ’ers die geen cursus hebben gevolgd ook hun ding kunnen doen.”

Bert: “Een (hoofd)animatorattest is enorm zinvol. Ik vind het dan ook jammer dat er momenteel weinig systemen bestaan die er, bijvoorbeeld, voor zorgen dat een animatorattest recht geeft op een vrijstelling van een vak in het hoger onderwijs.”

[Lees verder onder de foto.]

Jobkansen

Ze zeggen dat ervaring in het jeugdwerk altijd goed op je cv staat. Klopt dat ook echt?

Bert: “Ja, het toont aan dat je engagement hebt en bepaalde skills en vaardigheden kunt hebben. Zo kan je je ook onderscheiden van anderen. Als je dan een attest als animator, hoofdanimator of instructeur hebt, dan kan je die competenties en kwalificaties gewoon zwart-op-wit aantonen. Het is niet dat anderen die vaardigheden en competenties sowieso niet hebben, maar ze zijn minder zichtbaar.”

Ellen: “Een jeugdbeweging is daarnaast iets gekend bij werkgevers. Andere schoolverlaters kunnen zeggen dat ze sociaal zijn, maar hoe gaan ze dat bewijzen? Bij een jeugdbeweging kan je voorbeelden geven, zoals: ‘ik ben sociaal omdat ik de groep trek’. Dat doet echt wel veel.”

Heb je dan ook een streepje voor op mensen zonder die ervaring?

Sarah: “Werkgevers weten dat je in een jeugdbeweging bepaalde vaardigheden kan leren, zoals werken in teamverband, creatief en enthousiast zijn. Ik merk zelf dat collega’s sneller naar mij komen voor creatieve zaken dan naar collega’s zonder die jeugdbewegingervaring. Dus ja, je hebt toch een streepje voor als je in een jeugdbeweging hebt gezeten.”

Bert: “Ik denk zeker dat je ervaring een voordeel is, maar het is niet de heilige graal. Het is geen vrijgeleide die ervoor zorgt dat jij een job wel krijgt en iemand anders niet, want uiteindelijk moet je het vooral waarmaken tijdens het sollicitatiegesprek. Daarnaast is ook de ene ervaring in het jeugdwerk de andere niet. Iedereen doet waar hij zin in en tijd voor heeft en leert op zijn eigen manier vaardigheden.”

Ellen: “Het hangt er ook vanaf wat de werkgever verwacht. Als die zelf in een jeugdbeweging heeft gezeten, zal je dat sowieso merken en zal die daar meer belang aan hechten bij sollicitanten. Ook de job waarvoor je solliciteert, is belangrijk. Tijdens zo’n sollicitatie gaat het eigenlijk altijd over wat je in je leven doet en waar je zelf veel belang aan hecht. Dat geeft de doorslag als de keuze moet worden gemaakt.”

Wat is het verschil met een studentenjob?

Bert: “Uit mijn studentenjobs heb ik ook veel geleerd, maar andere dingen. Voor zo’n job word je betaald en doe je dingen met een andere insteek en motivatie dan mensen uit het jeugdwerk. De twee kunnen dus even leerrijk zijn, maar het hangt af van wat je op dat moment het meest nodig hebt.”

Sarah: “Met een studentenjob verwerf je ook bepaalde vaardigheden, maar in een jeugdbeweging leer je toch echt zelfstandig zijn. Na je studentenjob ga je naar huis, op kamp daarentegen doe je alles samen en moet je het ook allemaal zelf doen. Ook al heb je die skills nooit aangeleerd gekregen, toch zijn ze er. Op kamp leer je die te gebruiken en kan je ze verder ontwikkelen.”

“Er zijn voor elkaar: dat typeert een jeugdbeweging”

Sarah De Coensel, Instructrice bij KLJ

Mentaal welzijn

Wat is het effect van een jeugdbeweging op het mentaal welzijn van kinderen en jongeren?

Bert: “Ze kunnen een positieve invloed hebben. Als de leidingsgroep zorgt voor een veilige omgeving, waar mentaal welzijn een plek mag hebben en waar elk kind zichzelf mag zijn, zijn er enorm veel kansen. Helaas is dat niet altijd zo gemakkelijk. Net als op school zijn er plagerijen of wordt er gepest. Kinderen kunnen heel gemeen zijn en leiding ziet dat niet altijd of weet niet hoe die het kan oplossen. Jeugdbewegingen hebben wel meer kansen dan scholen om het mentaal welbevinden van kinderen en jongeren te versterken. Op school ligt de nadruk nog op het prestatiegerichte, in een jeugdbeweging hoeft dat niet.”

Sarah: “In mijn leidingsgroep was er bijvoorbeeld een meisje dat zich mentaal minder voelde, maar ze kreeg de steun van andere leiding. Als ploeg ben je er altijd voor elkaar. Tijdens de coronacrisis is die steun een beetje weggevallen doordat je elkaar niet meer kon zien, maar die is er online wel dubbel zo hard geweest. Er voor elkaar zijn typeert een jeugdbeweging.”

Tekst: Igor Bulcke

Jouw verhaal in de Hélaba?

Ben jij ook altijd onder de indruk van die verhalen die we in de Hélaba neerpennen? En denk jij bij het lezen aan een straf verhaal dat je graag met alle KLJ’ers deelt? Laat het ons weten!

Deel je verhaal