Skip to main content

Holebi zijn in KLJ is dik oké: “De angst om me te outen was achteraf gezien niet nodig”

Nationaal

22 juni 2021

Liefde is liefde. Toch hebben holebi’s vaak schrik om hun omgeving kennis te laten maken met hun lief. KLJ’ers Arend De Cleene en Lobke De Maesschalck vertellen waarom zij het moeilijk vonden om zich te outen in hun KLJ. Arlena Darragas, educatief medewerker van Wel Jong Niet Hetero, geeft aan hoe KLJ een veilige en leuke plek kan zijn, waar iedereen zichzelf kan zijn.

Holebi, dat is de afkorting van ‘homoseksueel’ (mannen die op mannen vallen), ‘lesbisch’ (vrouwen die verliefd worden op vrouwen) en ‘biseksueel’ (mensen die zich zowel tot mannen als vrouwen aangetrokken kunnen voelen), en is het tegengestelde van heteroseksueel – verliefd worden op iemand van het andere geslacht. Allemaal zijn ze helemaal normaal, want liefde is liefde. Maar helaas denkt niet iedereen er zo over, of wordt in sommige KLJ-afdelingen amper gesproken over seksuele- en genderdiversiteit. “Daardoor kan een (jonge) holebi niet goed inschatten hoe zijn of haar omgeving zal reageren”, vertelt Arlena Darragas, educatief medewerker van Wel Jong Niet Hetero, een jongerenorganisatie voor Vlaamse en Brusselse holebi's en transgenders.

[Lees verder onder de foto.]

Activiteit overslaan

“Omdat ik inderdaad de reacties moeilijk kon inschatten, heb ik in de KLJ niet zelf verteld dat ik op jongens val,” zegt Arend De Cleene (21) van KLJ Doorslaar, “ook al wist ik al vrij vroeg dat ik homo ben. Terwijl al mijn vrienden naar de meisjes keken, interesseerde ik mij voor de jongens. Het zijn mijn zus en haar toenmalig lief, die dat wel al wisten, die het in de KLJ verteld hebben. Ik heb toen expres de activiteit overgeslagen. Toen ik de week daarna terugkeerde, was dat met een klein hartje. Eigenlijk was die schrik voor niks, want iedereen reageerde superpositief.”

“Ik heb mij nooit geschaamd voor het feit dat ik als vrouw op andere vrouwen val”, zegt Lobke De Maesschalck (22) van KLJ Zele-Centrum. “Bij mijn eerste relatie, met een meisje, was ik er nog niet helemaal uit of ik lesbisch of biseksueel was. Toen mijn volgende relatie ook met een vrouw was, besefte ik dat dat niet ‘toevallig’ was en dat ik enkel op vrouwen val. Omdat mijn eerste vriendin niet in de buurt woonde, voelde ik niet meteen de nood om over haar te vertellen bij KLJ. Ik was heel gelukkig met haar, maar besefte ook dat dat geluk verpest kon worden als de mensen rond mij niet zouden aanvaarden dat ik een relatie had met een andere vrouw. Bovendien was er in mijn afdeling nog nooit eerder iemand die een relatie had gehad met een persoon van hetzelfde geslacht.”

“Ik had schrik dat mensen niet meer met mij zouden omgaan”

Arend De Cleene - KLJ Doorslaar

Het gesprek aangaan

Uiteindelijk vertelde Lobke eerst aan haar familie en dichte vriendinnen dat ze op meisjes valt. Omdat veel van hen ook in KLJ zitten, ging de bal aan het rollen. “Ik heb het dus, net als Arend, eigenlijk niet zelf verteld in de KLJ. Het heeft wel nog een tijdje geduurd vooraleer iedereen het wist.” “Hoe je zoiets vertelt, is heel persoonlijk”, zegt Arlena van Wel Jong Niet Hetero. “Iedereen doet dat op zijn eigen manier. Sommigen pakken het creatief aan, anderen willen liever dat er niks speciaals rond gebeurt. Het belangrijkste is dat er ten minste die ene persoon is aan wie je het kan vertellen, bij wie je je veilig voelt.”                                                                                                       

“Mijn grootste vrees was dat mijn mede-KLJ’ers niet meer met mij zouden willen omgaan en dat ze niet meer met mij in een tent zouden willen slapen op kamp”, zegt Arend: “Ik was bang dat ze mij anders zouden bekijken.” Arlena van Wel Jong Niet Hetero knikt. “Jongeren hebben meestal angst om zich te outen in een groep als ze het gevoel hebben dat ze zichzelf niet kunnen zijn. Ook als er niet over holebi zijn wordt gepraat, kan iemand heel moeilijk aanvoelen of het oké is om in die groep zichzelf te zijn. Een veilige omgeving kennen en een groep hebben waarin daar wel over gepraat wordt en waarin je het gevoel hebt dat je jezelf kan zijn, is superbelangrijk. Ook rolmodellen hebben in je omgeving kan een belangrijke factor zijn. En die hadden zowel Lobke als Arend niet echt.”

“Een veilige omgeving hebben waar je jezelf kan zijn, is belangrijk”

Arlena Darragas - Wel Jong Niet Hetero

Positieve reacties

De reacties op hun outing waren verschillend, maar echte haatreacties hebben zowel Arend als Lobke gelukkig nooit gekregen. Lobke: “Er heerste eerst vooral veel ongeloof. Het kon niet dat ik lesbisch was, want ‘het paste niet bij mij’, vonden medeleden. Ik zag er volgens hen ook totaal niet lesbisch uit, hoe dat er dan ook moet uitzien. Anderen gingen voor mij bepalen hoe ik me moest voelen en gedragen. Ik denk dat dat een beetje ontkenning was. In het begin dachten sommigen ook dat het een fase was.”

Arend: “Bij mij reageerde iedereen eigenlijk vrij goed. Ik kreeg vaak te horen dat ze het al lang wisten, dat het al lang duidelijk was en dat het totaal niet erg was. Iemand vroeg zelfs waarom ik zolang had gewacht, want die zag dat ik daarmee aan het worstelen was. Nu maken ze er soms zelfs mopjes over.” Een reactie die Arlena alleen maar kan aanmoedigen. “Hoe de afdeling van Arend heeft gereageerd, is eigenlijk heel goed. Zeg als leiding tegen iemand die zich heeft ge-out dat je blij bent dat die persoon het heeft durven vertellen. Ga het gesprek aan: wat verkiest die persoon? Wil die het in grote groep vertellen of net niet? Wil die er een spel over spelen? Maar bovenal, behandel die persoon niet anders of abnormaal. Erken iemands identiteit en verval niet in stereotypes, zoals bij Lobke gebeurde.”

[Lees verder onder de foto.]

Open sfeer

Lobke en Arend zijn allebei leiding. Beiden proberen ze het thema bespreekbaar te maken met hun leden. Lobke: “Ik geef leiding aan de 13- tot 16-jarigen, wat een heel cruciale leeftijd is. Ik probeer dan ook een heel open sfeer te creëren, los van de hiërarchie tussen leiding en leden. Ik vertel heel veel over mezelf, ook over het feit dat ik op vrouwen val. Zo probeer ik hen bij te brengen dat het oké is om anders te zijn, dat het oké is om open te zijn en dat ze bij mij terechtkunnen als ze iets willen vertellen. Als ze niet goed snappen dat een meisje op een ander meisje verliefd kan worden, dan zeg ik rustig dat ik die reactie begrijp, maar dat ze er nog wel achterkomen dat alle vormen van liefde normaal zijn. Eigenlijk heb ik van een lid nog nooit een slechte reactie gekregen.”

Arend geeft leiding aan de allerjongsten. “Die beseffen nog niet altijd wat verliefdheid of homo zijn betekenen. Het is niet dat ik zomaar tegen iedereen vertel dat ik op jongens val, maar als iemand ernaar vraagt, zeg ik dat wel gewoon.” Van de leden die het weten, heeft niemand slecht gereageerd. “En mocht iemand ooit een opmerking maken of lachen met het feit dat ik homo ben, weet ik zeker dat mijn medeleiding direct duidelijk zal maken dat dat niet kan.” “Ik hoop dat dat bij elke afdeling zo is, dat de medeleiding opkomt voor elkaar”, zegt Arlena. “Het is belangrijk om te reageren op ongepaste reacties, hoe onschuldig ze ook bedoeld zijn. Het is goed om net zoals Lobke niet meteen in de aanval te gaan, maar begripvol te zijn en het proberen uit te leggen aan je leden.”

“Toen ik vertelde dat ik lesbisch was, heerste er veel ongeloof”

Lobke De Maesschalck - KLJ Zele-Centrum

Goede voorbeeld

“De kans dat iemand in jouw KLJ-afdeling ook holebi is, twijfelt aan zijn seksuele voorkeur of genderidentiteit, is zeer groot”, gaat Arlena verder. “Maak het thema daarom bespreekbaar, stuur positieve signalen uit, zoals een regenboogvlag ophangen. Zodat iedereen zeker weet dat die zichzelf kan zijn bij KLJ.”

“Nu mijn medeleden weten dat ik uit de kast ben gekomen en de reacties daarop positief waren, denk ik – en hoop ik vooral – dat de drempel om je in onze afdeling te outen als holebi lager is geworden. Diezelfde personen als toen zitten nog steeds in de leiding en in het bestuur, dus hoop ik dat andere holebi’s beseffen dat dat in onze afdeling helemaal oké is.”

“Door zelf open te zijn, denk ik wel dat ik bij mijn leden een open cultuur heb gecreëerd”, zegt Lobke. “Een vriendin van mij heeft na mijn outing ook durven vertellen dat ze op meisjes valt. Met een ander lid heb ik samen tegen de groep gezegd dat hij op jongens valt, en de andere leden zijn daar heel volwassen mee omgegaan. De gasten die een generatie jonger zijn dan ik, nu ongeveer 16 jaar, weten hopelijk al veel beter dat holebi zijn iets is wat nooit verzwegen zou moeten worden of waarop nooit een taboe mag rusten. Dus ik hoop zeker dat, als er nog holebi’s zijn in mijn afdeling, dat die geen schrik hebben om hun lief eens mee te brengen.”

Tekst: Merel Wauters

Jouw verhaal in de Hélaba?

Ben jij ook altijd onder de indruk van die verhalen die we in de Hélaba neerpennen? En denk jij bij het lezen aan een straf verhaal dat je graag met alle KLJ’ers deelt? Laat het ons weten!

Deel je verhaal