Een kamp is niet meteen de meest hygiënische omgeving. Toch moet je een minimum aan netheid behouden. Begin bijvoorbeeld met de handen van je leden. Laat ze zowel voor het eten als na het toiletbezoek hun handen wassen met water én zeep. Zo krijgen besmettelijke beestjes geen kans. Geef als leiding zelf het goede voorbeeld en voorzie vlak voor elke maaltijd een gezamenlijk moment waarop iedereen zijn of haar handen wast. Ook kookouders moeten dit doen alvorens ze aan het koken gaan.
Bederf je zomerkamp niet!
Een kind dat ziek wordt en alle anderen aansteekt. Dat is zonde van al je voorbereidingswerk. Om dat te voorkomen, bind je hier enkele tips waarmee je leden het kamp gezond doorkomen.
Een kind dat ziek wordt en alle anderen aansteekt. Dat is zonde van al je voorbereidingswerk. Om dat te voorkomen, bind je hier enkele tips waarmee je leden het kamp gezond doorkomen.
Was je handen
Voorzie drinkbaar water
Check op voorhand of het water van je kampplaats drinkbaar is. Je gebruikt best drinkbaar water om af te wassen en de keuken schoon te maken. Als je het niet mag drinken, wil je het dan vermengd zien in je eten? Als je geen toegang hebt tot stromend water, gebruik dan steeds flessenwater voor alles wat met eten en drinken te maken heeft.
Stel je koelkast juist in
Een koelkast en diepvries mee op kamp nemen is altijd handig, maar als je ze niet op de juiste temperatuur instelt, krijg je een vals gevoel van veiligheid. Bij een temperatuur hoger dan 4 °C vermenigvuldigen bacteriën zich in bewerkt vlees en vis. Stel je koelkast dus maximum in op 4 °C. Melkproducten en onbewerkt vlees kunnen dan weer tot 7 °C verdragen.
Heb je geen koelkast, koop deze producten dan niet of consumeer ze onmiddellijk. Voor andere producten, zoals groenten en aardappelen, kan een koele, droge ruimte voldoende zijn. Hierdoor bespaar je heel wat plaats in de koelkast.
Nog een tip: koop zoveel mogelijk vlees en vis op de dag zelf en transporteer ze in koelzakken of -boxen. Ontdooi diepgevroren producten steeds in de koelkast en gooi dooiwater weg.
Doorbak je vlees
Nadat je de beestjes uit je vlees hield in de koelkast, krijgen zij nog een tweede kans om zich te laten zien: de pan. Laat daarom je kookouders het vlees voldoende doorbakken en voldoende warm houden tot je het op tafel zet. Hiervoor zijn grote au bain-marie schalen ideaal. Je kan ook een vleesthermometer kopen. Zo hoef je niet elke lading vlees open te snijden om te kijken of het doorbakken is.
Was je groenten
Denk ook aan de netheid van je groentjes. Was ze daarom alvorens je ermee aan de slag gaat. Dat geldt voor zowel warme als koude bereidingen. Beestjes, zand en chemicaliën worden op die manier weggespoeld. Laat je kookteam ook letten op kruisbesmettingen. Zo snijden ze best geen groenten op een ondergrond waar voordien rauw vlees of rauwe kip op bewerkt is geweest. De snijplank of het aanrecht eerst grondig reinigen is dus een must.
Hergebruik restjes
Hoeveelheden correct inschatten is ook voor een ervaren kookteam niet altijd even makkelijk. Ze zullen ongetwijfeld heel wat overschotjes hebben. De restjes wegsmijten zou zonde zijn, want je kan ze nog verwerken in een vijfde maaltijd. Zorg er echter wel voor dat de restjes op een correcte manier bewaard worden: afgesloten met een deksel of met folie. Lucht mag er nog amper aankomen. Plaats ze ook pas in de koelkast als alles is afgekoeld. Zo warmt de rest van de koelkast niet mee op.