Mazelen op kamp

• Mazelen start als een verkoudheid met koorts, een lopende neus en hoesten. Je krijgt rode of waterige ogen en je kan je behoorlijk ziek voelen.
• Later verschijnen er vlekjes achter je oren, die zich over je gezicht en hals verspreiden en uiteindelijk over je hele lichaam. Als je een lichte huidskleur hebt, zijn de vlekjes rood. Als je een donkerdere huidskleur hebt, zijn de vlekjes kleurloos.
• De symptomen verdwijnen vaak na enkele dagen, maar soms kan de ziekte ernstige problemen veroorzaken en kan je een long- of hersenontsteking krijgen, met ziekenhuisopname tot gevolg. 

Heeft iemand op kamp symptomen van mazelen? Volg dan deze stappen:

1. Hou de persoon apart van de groep, zo voorkom je dat anderen besmet raken. Het virus verspreidt zich heel snel via de lucht door hoesten, niezen en praten.
2. Bel een arts ter plaatse en laat je verder helpen. Iedereen met een vermoeden van mazelen moet onderzocht worden door een arts.
3. Ga niet naar de wachtkamer van een arts of ziekenhuis zonder eerst telefonisch contact op te nemen. Zo voorkom je dat het virus zich verder kan verspreiden op nieuwe plaatsen.

Heeft iemand op kamp effectief mazelen? Onderneem dan snel actie.

• Hou de persoon in kwestie apart van de groep en neem contact op met de ouders. Mazelen zijn besmettelijk vier dagen voor de eerste vlekjes verschijnen en vier dagen nadat ze verdwijnen.
• Er is geen geneesmiddel tegen mazelen, maar wel om de symptomen te verlichten.

Nadat een arts - in het binnen- of het buitenland - heeft vastgesteld dat iemand mazelen heeft, breng je KLJ op de hoogte. Je kan dit via het secretariaat of het noodnummer doen.

Vervolgens contacteer je het Departement Zorg, de gezondheidsorganisatie van de Vlaamse overheid. Elk geval van mazelen moet daar gemeld worden.

• Antwerpen: 02/553 08 92
• Limburg, Vlaams-Brabant en Nederlandstalige werkingen in Brussel: 02/553 08 93
• Oost- en West-Vlaanderen: 02/553 08 94
• Buiten de kantooruren of in het buitenland: 02/512 93 89

Departement Zorg zal, in samenwerking met de kampleiding, iedereen die contact had met de zieke persoon in kaart brengen. De kampleiding krijgt een brief met instructies die moet worden verspreid naar alle contacten.

Het gebeurt soms dat verschillende leden en leiding op kamp ziek worden. Dan kan de vraag op tafel komen of het kamp wel moet doorgaan.

Twijfel je? Je kan je beslissing baseren op het advies van de dokter. Kom je er niet uit, neem dan contact op met je pedagogisch medewerker of het noodnummer.