Veilig in het verkeer

Een tocht valt of staat met een goede voorbereiding. Probeer daarom de risico’s op voorhand zoveel mogelijk in te schatten en te beperken.

Gebruik kaarten

Aan de hand van verschillende kaarten kan je een route uitstippelen en risicovolle verkeerssituaties vermijden. Met deze kaarten kom je al een eindje:

• Wandelknooppunten
• Fietsknooppunten
• Wandel- en fietstochten
• Grote Routepaden

Hou rekening met de leeftijd van je leden

Een zesjarige kan niet zo'n grote wandeltochten maken als een zestienjarige. Stem daarom de afstand van je dagtocht af op de leeftijdsgroep van je leden.

• 6 tot 8 jaar: max. 8 km
• 8 tot 10: max. 12 km
• 10 tot 12 jaar: max. 16 km
• ouder dan 12 jaar: max. 25km

Hou rekening met invloedsfactoren

Hoe lang zal je tocht duren? Heel wat factoren spelen daarbij een rol. Beantwoord onderstaande vragen en stel aan de hand daarvan een timing op.

• Wat zijn de weersverwachtingen? Wordt het snikheet? Gaat het regenen? 
• Welke leeftijd hebben je leden?
• Zijn de rugzakken zwaar geladen?
• Las je veel pauzes in?
• Hoe ziet het landschap eruit? Heuvelachtig of eerder vlak?
• Gebruik je tochttechnieken die meer tijd vragen dan gewoon wandelen?

Maak afspraken

• Doe niets ‘zomaar’, bedenk vooraf waar je gaat stappen/fietsen, waarom je daar links of rechts loopt, waar en hoe je oversteekt, ...
• Wie stapt voor- en achteraan?
• Hoe pak je het oversteken aan?
• Wat doe je als de tocht fout loopt?

Leg alle afspraken vast met je leden en medeleiding. Als je oudste leden alleen op pad gaan, kan je de afspraken ook op een briefje meegeven.
 

Je bent een begeleider tijdens een tocht en neemt mee:

• een gsm met daarin het KLJ-noodnummer opgeslagen.
• een kaart of omschrijving van de route + eventueel een reserveroute.
• voldoende lichtjes voor als het donker wordt.
• voldoende flessen drinkbaar water.
• een EHBO-kit.
• voldoende zichtbaarheidsmateriaal, zoals fluohesjes. 
• een herstelkit voor fietsen als je een fietstocht maakt.

Ga je zelf niet mee op pad? Zorg er dan voor dat je leden al het bovenstaande meenemen.

Je goed voorbereiden voor een tocht is één ding, maar ken je ook de verkeersregels? Als je het antwoord op onderstaande vragen weet, kan je met een gerust hart vertrekken.

Te voet

• Waar wandel je als er geen voetpad is?
  [Op de berm.]
• Waar wandel je als er geen voetpad én geen berm is?
  [Op het fietspad. En als er geen fietspad is, dan pas op de baan.]
• Waar moet je op letten als je op het fietspad wandelt?
  [Fietsers mogen niet belemmerd worden. Je moet hen altijd ruimte laten om te passeren.]
• Wanneer loop je links en wanneer loop je rechts? 
  [Je loopt standaard links op één rij, behalve als je inschat dat het veiliger is om rechts te wandelen. Op een lange rechte weg gaan je leden misschien vanzelf per twee lopen. Dan ga je beter rechts. Bij gevaarlijke bochten loop je best aan de buitenbocht. Dat kan ook rechts zijn, wel best achter elkaar!]
• Welke lichten neem je ’s avonds mee?
  [Rood en wit.]
• Welk licht houd je vooraan en welk achteraan?
  [Je houdt ze op dezelfde manier zoals de auto’s op het baanvak waar je wandelt. Wandel je rechts, mee met de auto’s, hou dan het witte licht vooraan en het rode licht achteraan. Wandel je links, hou dan het rode licht vooraan en het wit licht achteraan!]
• Wat doe je als je met een groep oversteekt aan verkeerslichten en het licht plots op rood springt?
  [Wie al op het zebrapad staat, mag nog verder oversteken. Wie nog op het voetpad staat, moet daar wachten tot het opnieuw groen wordt. De rest van de groep wacht aan de andere kant. Zorg dat bij elk deel van de groep een begeleider is.]

Met de fiets

• Wanneer mag je op de rijweg fietsen?
  [Als er geen fietspad is of als de groep meer dan 15 fietsers telt, al is het veiliger om ook met zo'n grote groep op het fietspad te fietsen.]
• Mag je met meer dan 50 fietsers de baan op?
  [Ja, maar altijd begeleid door minstens twee wegkapiteins, dat zijn leid(st)ers van minstens 21 jaar met een armband in de Belgische driekleur en een C3-bordje, én een reglementair begeleidend voertuig.]
• Mag je met meer dan 150 fietsers de baan op?
  [Nee! Je moet je groep dan opsplitsen in groepen van minder dan 150 fietsers.]
• Geeft een oversteekplaats voor fietsers dezelfde voorrang aan fietsers als een zebrapad aan voetgangers?
  [Nee. Fietsers hebben geen voorrang op een oversteekplaats zonder bevoegd persoon of verkeerslichten. Oversteken mag er pas als de weg vrij is. Laat de auto’s dus eerst voorbij rijden.]