SPELVOORBEREIDING
De begeleider zorgt op voorhand voor 10 foto’s van jongeren (5 jongens en 5 meisjes).Gebruik hiervoor afdelingen uit tijdschriften of boeken (liefst A4-formaat).Bij iedere foto hoort 1 set kaarten.Merk de kaartjes aan de achterzijde om te voorkomen dat ze door elkaar raken.De kaartjes kunnen worden gemaakt met behulp van bijgevoegde voorbeeldgegevens.Houd hiervoor rekening met de leeftijd van je doelgroep.
Als je zelf nieuwe kaartjes maakt kan het volgende stramien je helpen:
Kaartje 1: leeftijd
Kaartje 2: opleiding/beroep
Kaartje 3: hobby/interesse
Kaartje 4: positieve eigenschap
Kaartje 5: negatieve eigenschap
Kaartje 6: naar keuze
SPELVERLOOP
De 10 portretten worden op een voor iedereen goed zichtbare plaats opgehangen.Onder iedere foto staan de naam en het eerste bijbehorende kaartje (leeftijd).De deelnemers moeten uit deze foto’s de persoon kiezen die ze het liefst als partner zouden willen.Er is maar een keuze mogelijk.Als iedereen die keuze heeft gemaakt vraagt de begeleid(st)er aan enkele deelnemers een toelichting.Hierna wordt onder iedere foto het tweede kaartje (opleiding/beroep) gehangen.Opnieuw wordt aan de deelnemers gevraagd een keuze te maken.Enkelen lichten hun keuze toe.Zo wordt de hele serie kaartjes afgewerkt.Per ronde kunnen de deelnemers hun keuze aanpassen.
Richtvragen voor een gesprek
- Waarom maak je op een bepaald moment een andere keuze?
- Welke eigenschappen vind je aantrekkelijk en bij welke eigenschappen haak je juist af?
- Kies je per definitie voor iemand van het andere geslacht?
- In hoeverre kan je ook echt kiezen hoe je partner er moet uitzien, welke eigenschappen hij of zij moet hebben?
- Door welke maatschappelijke factoren worden vriendschappen/relaties bepaald?
Variant: je kan ook eerst alle kaartjes afwerken en pas na de keuze van de deelnemers de bijbehorende foto ophangen.
(Naar: voorlichten dat het een lust is.Ideeënboek voor seksuele voorlichting, Rutgers stichting, Den Haag, 1989)
BIJLAGE: GEGEVENS VOOR MOGELIJKE KAARTJESSETS
Elk van onderstaande gegevens schrijf je op een kaartje.Op de achterkant van het kaartje schrijf je best de naam van de persoon over wie het gaat en de soort gegevens (leeftijd, opleiding/beroep, hobby/interesse, positieve eigenschap, negatieve eigenschap, naar keuze).
Set 1: David
- 19 jaar
- theateropleiding
- is KLJ-leider
- wast graag af
- heeft regelmatig een weekendliefje
- leeft met het bestaansminimum
Set 2: Filip
- 23 jaar
- fulltime ober in een dancing
- gaat wekelijks squashen
- heeft een sportwagen
- had 2 jaar een relatie met Frank
- schrijft gedichten
Set 3: Mark
- 18 jaar
- laatste jaar humaniora
- is sterk geïnteresseerd in Griekse mythen
- is graag alleen
- is wat verwend
- houdt niet van het uitgaansleven
Set 4: Bert
- 19 jaar
- laatste jaar technisch onderwijs
- houdt van paardrijden
- is zeer vrijgevig
- is een eerder koppig type
- draagt alleen merkkledij
Set 5: Peter
- 21 jaar
- werkt bij zijn ouders in de bloemenkwekerij
- doet aan zweefvliegen
- kan zeer goed organiseren
- is een bazig type
- wil een mooie bloemenwinkel beginnen
Set 6: Susan
- 22 jaar
- laatste jaar hoger kunstonderwijs
- speelt trompet
- dochter van een Afrikaanse moeder
- vindt geld belangrijk
- wil later graag een winkel openen
Set 7: Gerlinde
- 19 jaar
- eerste jaar normaalschool
- zit in de jeugdbeweging
- is zeer creatief
- is uitermate slordig
- is zelden thuis
Set 8: Isabel
- 20 jaar
- laatste jaar kappersschool
- volgt tennisles
- is steeds zeer verzorgd
- let sterk op het uiterlijk
- richt vaak feestjes in voor vrienden
Set 9: Katrien
- 23 jaar
- landbouwschool
- volgt een cursus-Keramiek
- kan goed koken
- is zeer verstrooid
- wil graag in een buitenlands project gaan meewerken
Set 10: Annick
- 20 jaar
- toegepaste economische wetenschappen
- gaat wekelijks met vrienden naar de film
- is actief in de kinderwerking van de parochie
- kan geen kinderen krijgen
- kan goed vertellen