Skip to main content

Zeven sleutels van vertrouwen

een spel van Interdiocesane Jeugddienst vzw
een spel van Interdiocesane Jeugddienst vzw

Over het spel

  • ongeveer 4 uur
  • 9 tot 20 spelers, 12 tot 14 jaar
  • buiten, binnen

Benodigdheden

- koffer met zeven sloten / met cijferslot van 6 cijfers

- het verhaal van de Jakobcyclus (Bijlage_zevensleutels 1)

- zeven sleutels met elk een kaartje van vertrouwen (Bijlage_zevensleutels 2)

- Inhoud van de schat: vriendschapsbandjes, zoetigheid, uitnodigingen om met IJD op kamp te gaan,… ?

- blinddoeken voor iedereen

- karton, gekleurd papier, scharen, lijm, elastiek…

- wimpel

- een vier- of een elf-uurtje, iets te drinken voor de jongeren

- bal

- gevoelskaartjes (Bijlage_zevensleutels 3)

Uitleg

Link met het thema:

In de loop van het spel kan je de hele Jacobcyclus vertellen (zie Bijlage_zevensleutels 1), in stukjes. Het verhaal is véél te lang om voor te lezen, en de jongeren vinden vertellen veel leuker: het is een spannend verhaal, dus waag het maar om te gaan vertellen.

 

Doel:

- als groep naar elkaar toegroeien en meer groep vormen

- leren uitdrukking geven aan gevoelens m.b.t. zelfbeeld

- de Jakobcyclus leren kennen

 

Voorbereiding:

Sleutels voorbereiden (zie Bijlage_zevensleutels 2)

 

Verloop:

 

Speluitleg:

Eén van de begeleiders speelt de ‘bewaker van de schat’:

“Goeie morgen dames en heren. Ik ben blij met u kennis te mogen maken. Ik ben Jos / Trees / … en ik ben op reis met deze koffer, met zéven sloten en in die koffer zit een schat…

Ik weet niet veel, maar één ding weet ik wel: aan het einde van deze bijeenkomst zou ik het jullie echt gunnen om die schat te mogen ontdekken. Maar ja, ik heb natuurlijk ook zo mijn instructies gekregen, en de schat zomaar opendoen… dat gaat natuurlijk niet. Zéven sleutels heb je nodig om deze koffer te openen (6 cijfers én de combinatie); en bij elke sleutel hoort een verhaal én een opdracht…

Wat denk je, zal ik maar gauw beginnen vertellen ? Ik ben er bijna zeker van dat jullie alle 7 sleutels zullen te pakken krijgen…”

 

Vanaf nu volgt 7 keer hetzelfde verloop:

- de ‘bewaker van de schat’ vertelt het verhaal
- hij geeft de bijhorende opdracht
- zodra de groep klaar is (of de activiteit afgerond is) meldt de groep zich weer bij de ‘bewaker van de schat’
- de bewaker ‘beoordeelt’ of de opdracht goed uitgevoerd werd
- de groep verdient een (stuk van) de sleutel
(Opmerking ivm de sleutels: je kan verschillende dingen als sleutel gebruiken. Zorg er wel voor dat je elke sleutel labelt met 1 van de aspecten op het “sleutelbord van vertrouwen” en dat je ze in willekeurige volgorde meegeeft.)
- de ‘bewaker van de schat’ vertelt het vervolg van het verhaal

 

 

Eerste sleutel (20’)

 

Verhaalelement: Esau verkoopt zijn eerstgeboorterecht aan Jakob voor een bord linzensoep (Bijlage_zevensleutels 1)

Link naar de opdracht: “Esau is verblind door de soep, Jakob door het eerstgeboorterecht. Daarmee hebben de eerste opdrachten allemaal te maken.”

 

Doeactiviteit A

We gaan in duo’s staan, per duo krijgt één deelnemer een blinddoek om; gedurende de hele opdracht mag je niet met elkaar praten !

- Loop met twee stevig gearmd over het plein, zonder tegen elkaar te botsen

- Nu laten we de arm los en lopen met twee rond met onze handen plat tegen elkaar; kan je vooruit & achteruit gaan ? Kan je rechtstaan en bukken ?

- Nu laten we nog een beetje meer los, en raken elkaar allen met het topje van een wijsvinger nog aan; ook hier vooruit & achteruit, rechtstaan en bukken

Nadien draaien we de rollen om en beginnen we weer van voor af aan.

 

Doeactiviteit B

Iedereen wordt geblinddoekt. De opdracht bestaat erin dat iedereen zichzelf in volgorde zet volgens hoogte en grootte zonder te spreken (haast onmogelijk: leider noodzakelijk ! )

 

Korte nabespreking:

Hoe ging het ? Wat lukte (niet) ? Wanneer ging het beter / minder goed ? Waar let je op als je geen zicht meer hebt? Wat heeft ‘zien’ volgens jou met ‘vertrouwen’ te maken? Als je iets niet hebt, hoe compenseer je dat?

In principe krijgt de groep de eerste sleutel.

 

Tweede sleutel (30’)

 

Verhaalelement: Jakob bedriegt zijn vader en slaat op de vlucht

Link naar de opdracht: Jakob doet zich voor als zijn broer, hij verkleedt zich / zet een masker op; en daarna slaat hij op de koop toe op de vlucht, om zich te verstoppen voor zijn broer. Daar heeft de volgende opdracht alles mee te maken.

 

Kort gesprekje vooraf:

Zet jij wel eens een masker op, om jezelf te verstoppen ? Wat voor masker is dat dan ? Wanneer gebeurt dat ? Hoe is dat dan voor jou ? Wat hebben maskers volgens jou met vertrouwen te maken ?

 

Doeactiviteit: maskers maken

Iedereen mag van karton een masker knippen, met elastiek, zodat je het op kan zetten en versieren met gekleurd papier.

Iedereen zet zijn masker op om de tweede sleutel in ontvangst te kunnen nemen.

In principe krijgt de groep de tweede sleutel

 

Derde sleutel (20’)

 

Verhaalelement: Jacob werkt, wint het vertrouwen van Laban en huwt Lea

Link naar de opdracht: De bruid van Jacob draagt een sluier, als een masker. Maar wie zit er achter dat masker ?

 

Doeactiviteit:

Verdeel de groep in groepjes van 3; elke deelnemer van het groepje moet een verhaal vertellen, samen 2 valse en 1 waar. Zodra de verhalen verteld zijn mag de rest van de groep gaan staan achter wie ze denken die het ware verhaal heeft verteld. Wie juist staat verdient zo een punt voor zijn team.

 

Nabespreking:

- hoe hebben jullie de rollen verdeeld ? ging dat gemakkelijk ?

- wat vind je van de uitkomst ? had je dat verwacht ?

- wat hebben ware en foute verhalen volgens jou met vertrouwen te maken ?

 

Iemand uit het winnende team krijgt de derde sleutel.

 

Vierde sleutel (20’)

 

Verhaalelement: Jakob werkt voor Laban, huwt Rachel en plant zijn vertrek

Link naar de opdracht: Laban probeert te verhinderen dat Jacob kan vertrekken. Jakob wordt al maar rijker en rijker.

 

Doeactiviteit: pleinspelen

- Jakob wil vertrekken, maar Laban wil hem niet laten gaan…: we spelen ‘uitbreken uit de kring’. (We maken samen een kring, één deelnemer gaat in het midden staan. De deelnemer in het midden probeert aan de buitenkant van de kring te geraken, de deelnemers in de kring proberen te verhinderen dat hij/zij daarin slaagt.)

- Iemand is Laban die zijn “bezit” probeert te bewaken (het “bezit” kan bijvoorbeeld een wimpel zijn). Het bezit ligt op de grond; Laban mag het niet meenemen of aanraken en zijn opdracht is: voorkomen dat de andere deelnemers het te pakken krijgen. Wanneer Laban de andere spelers tikt, voor ze zijn bezit ontvreemd hebben, moeten ze als bevroren blijven staan tot het eind van dit spel. Dat is: ofwel wanneer Laban iedereen heeft kunnen tikken (Laban is gewonnen); ofwel wanneer iemand het “bezit” te pakken heeft, (dan heeft die gewonnen, neemt die de rol van Laban over en begint het spel opnieuw).

- Jakob krijgt steeds meer gespikkelde schapen en geiten; maar hij moet wel opletten – we gaan tellen. De spelers moeten van 1 tot 20 tellen: elk zegt om de beurt het volgende getal. MAAR... ze mogen niet afspreken wie welk getal zegt. Wanneer een getal tegelijk gezegd wordt, begin je terug vanaf 1 te tellen...

 

Pauze: tijd voor vier- of elf-uurtje

 

Vijfde sleutel (20’)

 

Verhaalelement: Jakob stuurt verzoeningsgeschenken

Opdracht: In dit stukje van het verhaal leren we een andere Jacob kennen, die niet meer liegt en bedriegt…

 

Doeactiviteit A: expressie / opwarmertje

Deelnemers gaan in een kring staan en geven een bal door.

Nu komt het: we gaan een beroep doen op onze fantasie:

- stel je voor dat je een loodzware kanonskogel doorgeeft

- stel je voor dat je een vlinder doorgeeft, heel voorzichtig

- stel je voor dat je een valse kat doorgeeft

 

Doeactiviteit B: expressie / gevoelens uitbeelden

Nog steeds in een kring, maar we beelden geen voorwerpen meer uit maar gevoelens. De begeleider fluistert een gevoel in het oor van een vrijwilliger (die graag wil beginnen), deze beeldt het gevoel uit in een beweging of houding; dan gaan we de kring rond en maken de beweging steeds groter. Wie kan raden wat het gevoel was ? (Mogelijke gevoelens: blij, verdrietig, boos, bang, moe, …)

 

In principe krijgt de groep nu de vijfde sleutel

 

Zesde sleutel (15’)

 

Verhaalelement: Jakob worstelt met iemand op de oever van de Jabbok

 

Gespreksmethodiek met gevoelskaartjes: hoe voelt Jakob zich wanneer de worsteling plaatsvindt? De groep moet samen 2 kaartjes kiezen, die passen bij elk van de onderstaande situaties. Let op! Iederéén moet het hierover samen eens worden, vraag hier als begeleider ook bij elke verschillende opdracht naar.

 

Hoe voelt Jakob zich…

1)  op het moment dat hij helemaal alleen op de oever van de rivier staat

2)  op het moment dat hij merkt dat zijn heup ontwricht is geraakt in het gevecht

3)  op het moment dat de ander zegt: “laat mij gaan, het wordt al dag”

4)  vlak nadat hij zijn nieuwe naam heeft gekregen

 

Andere werkvragen (er liggen nu 8 gevoelskaartjes in het midden à zie Bijlage_zevensleutels 3):

-      Kan jij je een moment herinneren dat je je wel eens gevoeld hebt zoals Jacob ? Wanneer was dat ?

-      Is dat een gevoel waar je makkelijk over vertelt aan anderen ? Of verstop je het liever achter een masker ?

 

Wanneer de opdracht tot een goed einde is gebracht, verdient de groep de zesde sleutel.

 

Zevende sleutel (30’)

 

Verhaalelement: Nu verwachten jullie waarschijnlijk dat je te weten komt hoe het uiteindelijk is afgelopen met Jakob en zijn broer Esau… En ja, dat komt nog wel… maar eerst de zevende en laatste opdracht:

 

Verdeel de groep in 3 kleinere groepjes;

Opdracht voor elk groepje: bedenk een eigen einde van het verhaal en beeld dit uit in een toneeltje, waarin je het einde van het verhaal uitbeeldt; zorg er daarbij voor dat iedereen een rol heeft!

-      komt er een ontmoeting tussen Jakob en Esau ?

-      zo ja: wie is er dan nog allemaal bij ? of zijn ze alleen ? wat zeggen ze tegen elkaar ? wie zegt het eerst iets ?

-      zo nee: hoe is het zover kunnen komen ? wat vindt Jakob ervan ? wat vindt Esau ervan ? wat vinden anderen ervan (de vrouwen van Jakob, de kinderen van Jakob, …) ?

 

 

Voor je begint te spelen, zegt iedereen kort welke zijn of haar rol in het verhaal is. En dan beeld je samen het einde van het verhaal uit.

 

Gesprekje: Wat hebben de drie eindes volgens jou met vertrouwen te maken ? Welk einde sluit volgens jou het best aan bij het Bijbelse einde van het verhaal ?

 

Vertel het einde van het verhaal.

De groep krijgt het “sleutelbord van vertrouwen” & weet nu in welke volgorde de cijfers komen; ze kunnen nu de mysterieuze koffer opendoen en ze hebben de schat dubbel en dik verdiend !!

Op zoek op naar meer inhoudelijke werkvormen?

Surf naar www.ijd.be

Bijlagen