Samenvatting: Speel deze verschillende varianten op gekende sporten en maak er een sportieve, zomerse dag van. | |||||||||||||||||||||||||
Duur: 2-3 uur | Aantal deelnemers: Min. 10 | ||||||||||||||||||||||||
Locatie: Grasplein | Aantal begeleiding: Min. 2 | ||||||||||||||||||||||||
Materiaallijst:
| |||||||||||||||||||||||||
Klaarzetten en voorbereiden
|
Speluitleg Er worden vier groepen gemaakt, die het doorheen de (voor)middag tegen elkaar zullen opnemen. De winnaars van elk spel krijgen een punt, die punten kunnen gebruikt worden tijdens het eindspel. |
Verloop van het spel: De spelletjes
We spelen Kubb met de vier groepen tegelijk. Het veld bestaat dus uit twee Kubb-velden over elkaar. In plaats van met een Kubb-set spelen we met materiaal zonder grenzen. In plaats van de balkjes in het veld komen de sla-bakken. Om te werpen gebruiken we buitenbanden van een auto.
We spelen voetbal met een supergrote ballonnenbal. Iedereen heeft een sjaaltje vanachter in zijn broek steken. Als iemand deze er kan uit trekken moet je ter plaatse blijven staan. Hij krijgt zijn wimpel meteen terug, maar moet wel wachten tot hij mag verder spelen tot hij geraakt is door de bal. De persoon mag niet van zijn plaats afgaan, hij mag wel zijn benen openen en sluiten. Voor dit spel worden de vier groepen samengevoegd tot twee groepen. (De ballonnenbal: laat de deelnemers allemaal een paar ballonnen opblazen, goed groot. Stop deze allemaal in een zak, tot er echt niets meer bij kan. Best na elk spelletje bijvullen, want de ballonnen durven al eens te ploffen.)
We spelen tienbal met de ballonnenbal.
De opstelling: we hebben een groot speelveld, met aan elk uiteinde een constructie die bestaat uit twee tafels op elkaar en daar bovenop een stoel. Er wordt gespeeld met vier verschillende ballen. Een voetbal, die alleen met de voet gespeeld mag worden. Een frisbee, die alleen vanuit stilstand mag worden gegooid. Een tennisbal, die alleen uit stilstand mag worden gegooid en de gouden snaai (die stiekem zilver is) die is verstopt. Er kan op verschillende manieren worden gescoord:
Het spel wordt gespeeld zolang men de gouden snaai niet vindt, vanaf dat de gouden snaai gevonden is, houdt het spel op. Het team dat de gouden snaai vindt, krijgt 10 punten. Opgelet: o Gouden snaai op voorhand verstoppen! o Misschien is de groep te klein voor met de drie ballen te spelen, in dat geval kan er een bal weggelaten worden. Of kan er worden afgewisseld (bijvoorbeeld op een bepaald moment de bal uit het spel halen en de frisbee er in brengen.) o Voor dit spel worden de vier groepen samengevoegd tot twee groepen.
We doen een estafette met kruiwagens. In elke groep moeten er 4 personen spelen. 3 van deze personen zijn geblinddoekt, de vierde persoon mag niet praten. (Eventueel plakband over de mond plakken.) 1 geblinddoekte zit in de kruiwagen, een andere geblinddoekte bestuurt deze. De twee andere personen moeten de weg aangeven. Ze krijgen 2 minuten om speciale tekens af te spreken, want de ene kan niet zien en de andere kan niet praten. Ze zullen dus de instructies voor de persoon die moet rijden moeten doorgeven door bijvoorbeeld kneepjes te geven in de schouder of iets dergelijk.
We spelen vlaggenroof, maar dan met grote wereldballen. De groepen worden samengevoegd tot 2 groepen en geven zichzelf allemaal een nummer tussen 1 en 8. Als de spelleider hun nummer roept, moeten ze zo snel mogelijk de wereldbol achter de lijn van hun groep krijgen.
We maken een chineesvoetbalveld zonder grenzen a.d.h.v. nadars, doeken en afspanlint. Er worden 8 nadars opgesteld in een cirkel. Tussen de nadars zit telkens een meter opening, waar een doek wordt tussengespannen. Van het midden van elke nadar wordt een stuk afspanlint gespannen naar de overkant, zodat er 8 vakken tevoorschijn komen. (Zie tekening in bijlage 1!) Elke groep splitst zich op in 2 groepjes van 2. In elk vak staan 2 deelnemers. Scoren kan door met de hockeystick de tennisbal in de goal (tegen het doek) van de anderen te schieten.
Per groep staan 5 colabakken op een rij: Er rusten 2 sjorbalken op de eerste twee bakken en vervolgens 2 sjorbalken op de volgende twee bakken. De laatste bak staat een eindje verder. Het is de bedoeling dat de deelnemers balanceren over de sjorbalken. Helemaal tot aan het einde en van daaruit een hoepel gooien naar de laatste bak. Ze moeten om ter eerst drie hoepels rond de bak krijgen. Als de hoepel wordt gegooid en naast de bak beland, dan wordt deze opgeraapt en moet deze terug vanaf het begin naar achter worden gebracht.
Er wordt met afspanlint een grote cirkel gemaakt. Omdat sumapakken net iets teveel kosten, maken we ze even zelf. Iemand van de groep doet een schilderspak aan, daarna wordt het pak helemaal vol gestoken met ballonnen, zodat we een sumopak-achtig iets hebben. Van elke groep komt de sumoworstelaar in de cirkel staan, het is de bedoeling om de andere sumo’s uit de cirkel te duwen. Degene die als laatste overblijft, heeft de sumo-wedstrijd gewonnen. Afhankelijk van het aantal ballonnen die nog leven en die nog over zijn, kunnen de anderen ook een keer sumo-speler zijn. |
Speleinde Voor het eindspel wordt in het speelveld 4 vakken afgebakend. Het is de bedoeling om op het einde van het spel zoveel mogelijk ballen in het eigen vak te hebben. Voor elk punt dat ze hebben verdiend, krijgen ze al zeker 1 tennisbal. In het midden van het veld liggen nog andere ballen, zoals de voetballen, de wereldballen, ballonnen, … Ze krijgen 5 minuten voor het eindspel. Waarin ze de eigen voorraad moeten beschermen (de tennisballen die ze hadden verdiend), maar ook andere ballen kunnen gaan kapen bij de rest of op het veld. Na 5 minuten wordt het spel gestopt en wordt er geteld wie de meeste ballen heeft. De groep die gewonnen is, mag zich terecht een echte KLJ’er zonder grenzen kronen. |