Oorlog in ’t lokaal

'Pot-pot iedereen vrij' 

Als opwarmspel spelen we 'pot-pot iedereen vrij'. Een vrijwilliger, Ede, zoekt de andere rakwi’s. Ede zit met een bal ergens (verstopt) in de lokalen. Zij telt af van bijvoorbeeld 30 naar 0. Dan gaat ze de anderen zoeken. Als ze iemand gezien heeft, moet Ede naar de bal lopen, twee keer op de bal tikken, “pot-pot” roepen en dan de naam van degene die ze gezien heeft, in dit geval bijvoorbeeld Abel. Abel gaat naar de startplaats bij de bal en zet zich op de grond. Het spel gaat verder, maar de andere rakwi’s proberen de bal nu weg te schoppen zonder dat Ede hen ziet en eerder bij de bal geraakt. Jip schopt de bal weg, nu is iedereen weer vrij. Ede gaat de bal halen en wandelt terug naar de startplek, dan begint ze opnieuw te zoeken. 

Verdeling in ploegen 

Wanneer iedereen gevonden is in het opwarmspel zitten alle rakwi’s samen op de grond. Vraag de rakwi’s om vanuit zitpositie te proberen overeind te geraken door maar op één been te steunen en dan ook op één been te blijven staan. Degenen die op hun linkerbeen staan, vormen een team. De anderen zijn het andere team. Zijn de teams niet gelijk? Vraag aan enkele rakwi’s uit de meerderheidsploeg of ze ook op het andere been kunnen staan. 

Oei, de rechtsbenigen beweren dat ze beter zijn dan de linksbenigen. Dat pikken de linksbenigen niet zomaar: ze verklaren de oorlog aan de rechtsbenigen! 

Hanengevecht 

Nu iedereen hier toch op één been staat, zullen we het eerste al eens uitklaren: wie kan het langste op één been staan? Welk team kan het beste vechten op één been? 

Iedereen blijft op één been staan en slaat hun armen over elkaar. Als het startschot gegeven wordt, probeert iedereen de spelers van het andere team op twee voeten te krijgen. Dat kan door tegen elkaar te duwen. Wie twee voeten op de grond zet, gaat aan de kant zitten. Welk team blijft het langste over? 

Stratego 

We weten al wie kan vechten, maar zijn jullie ook strategisch en slim? Elk team krijgt hetzelfde aantal en dezelfde soort strategokaarten. Ze mogen elk een kamp kiezen ergens in de gebouwen. Het is de bedoeling dat ze in het kamp van het andere team geraken. Dat kamp wordt bewaakt. Als Felix van de rechtsbenigen bijvoorbeeld Febe van het linkerbenenteam tikt, tonen Febe en Felix hun kaart aan elkaar. Heeft Febe de kaart met de hoogste waarde, dan krijgt zij de kaart van Felix. Felix moet dan terug naar zijn kamp om een nieuwe speelkaart te halen voor hij weer verder kan doen. 

Enkele uitzonderingen: 

Het team dat in het kamp van de tegenpartij geraakt, krijgt een punt. Je kan kiezen om het spel nog te herhalen zoals het is. Of voeg een extra spelelement toe – zie verder. 

Vlaggenroof 

Hetzelfde principe als stratego. Nu moet je niet alleen in het kamp geraken, maar in dat kamp de vlag van de tegenpartij zoeken en die in je eigen kamp krijgen. Elk team verstopt hun vlag in of nabij hun kamp (spreek af hoe ver ze mag liggen).  

Loop je met de vlag en word je getikt, dan laat je de vlag vallen en vergelijk je weer je kaarten. De winnaar mag de vlag oprapen en verder lopen. 

Extra spelelement? 

Je kan vlaggenroof-stratego spelen zolang de leden het leuk vinden. Daag jezelf of je leden uit door elke ronde een nieuw spelelement toe te voegen. Al sluipend, al hinkelend, geblinddoekt, een extra doel, een extra regel, iemand uit het andere team stelen, een ander lokaal, … Het mag zo gek zijn als je je maar kan voorstellen! 

Einde van het spel  

Na al dat strijden zijn de linksbenigen en rechtsbenigen het vechten eigenlijk gewoon moe. Wat blijkt? Ze zijn allemaal heel goed in oorlogje spelen. Ze leggen hun strijdbijlen neer en als gebaar van vrede schudden ze elkander de hand … Oh nee, het béén, natuurlijk!