Verhalend kader
Een fotograaf komt de groep bezoeken. Hij wil een groepsfoto nemen, maar die foto lijkt erg saai te worden: iedereen lijkt op elkaar, draagt hetzelfde uniform... Hij vraagt de kindjes of ze samen op zoek willen gaan naar nieuwe vriendjes om de foto zoveel mogelijk op te fleuren.
Spelverloop
De groep wordt in twee verdeeld. Ze krijgen elk een grote fotokader, die ze met zoveel mogelijk verschillend figuurtjes moeten opvullen. Die steken in een "fotoboek" dat de fotograag bij zich heeft. Om de beurt mag één van de ploegen het fotoboek openslaan. Op de plaats waar ze het boek openslaan, steekt een kaartje met één van de figuurtjes op. (Wanneer dit niet het geval is, bladeren ze verder tot ze er eentje tegen komen). Op de rug van dat kaartje staat een specifieke opdracht, die de twee ploegen tegen elkaar moeten uitvoeren. Wie wint, verdient het mannetje en mag het in zijn fotokader kleven. Wie verliest krijgt "Jan Modaaltje", een "gewoon" mannetje om in hun fotokader te kleven. Van tijd tot tijd komt de fotograaf langs met zijn fototoestel. Wanneer dit gebeurt, moeten de gasten zo snel mogelijk in een fotopose stil gaan staan. De groep van wie als laatste nog iemand beweegt, moet één van de 'bijzondere mannetjes' inruilen tegen een 'Jan Modaaltje'. Tot slot mogen de leden zich verkleden naar de figuurtjes van hun eigen fotokader. De fotograag neemt dan van de 2 ploegen een foto. De meest 'diverse' groep, met het meest verschillende figuren, is gewonnen.