Jij bent zo
Over het spel
- ongeveer 1 uur
- 6 tot 99 spelers, 16 tot 99 jaar
- binnen en buiten
Benodigdheden
Uitleg
Je kent het wel: één van je leden is super actief. Of net niet. Ieder lid heeft een andere aanpak nodig. En dat is niet altijd makkelijk voor de leiding. Nochtans staat KLJ open voor iedereen. Dit spel toont je dat rekening houden met specifieke noden een meerwaarde kan zijn voor jou en je werking.
Doel van het spel
Je speelt dit spel met je leidingsploeg. Ook +16-leden kunnen deelnemen. Één iemand begeleidt het spel. De anderen kruipen in de rol van KLJ-lid of -leider. Je speelt enkele kleine spelletjes die je anders ook vaak speelt. Alleen is er één groot verschil: sommige deelnemers krijgen een drempel toegewezen. Gedurende het spel kruipen de leden in hun rol en proberen ze de drempel zo goed mogelijk te vertolken. De deelnemers die de leidingrol op zich nemen, proberen het spelletje te begeleiden én zo goed mogelijk rekening te houden met de nieuwe drempels. Na elk spel doe je een nabespreking.
Spelvoorbereiding
Drempelkaartjes
Surf naar de KLJ-website en download de drempelkaartjes. Er zijn in totaal 30 kaartjes. 15 daarvan zijn drempelkaartjes en 10 zijn ‘wees jezelf’-kaartjes. De 5 laatste kaartjes zijn blanco. Hier kan je eventueel zelf nog drempels op schrijven. Druk de kaartjes af op stevig papier en knip ze uit. Bekijk de kaartjes en kies welke ervan je wil gebruiken. Denk daarbij aan de grootte van je groep, de drempels die je herkent bij bepaalde leden en of je alle drempels al dan niet aan bod wil laten komen. Bouw met andere woorden bruggen waar het voor jou interessant lijkt of waar je afdeling nood aan heeft.
Bedenk opdrachten
Maak een lijstje van kleine spelletjes die je vaak speelt. Denk daarbij aan party games, kringspelen en pleinspelen. Je kan de deelnemers bij het begin van het spel ook zelf een lijstje laten opstellen. Zo weet je meteen waar ze zin in hebben.
Denk aan de timing
Kies op voorhand hoeveel spelletjes je wil spelen en maak een planning. Hou er rekening mee dat je na elk spel een nabespreking moet doen. Zorg ervoor dat iedereen aan het woord kan komen en dat je voldoende drempels bespreekt.
Spelverloop
Groepsindeling
Verdeel de groep in twee delen: de leiders en de leden. Hou er rekening mee dat je verhoudingsgewijs meer leden nodig hebt per spel dan leiding. Duid dus evenveel leiding aan als er tijdens een gewone activiteit het spel zouden begeleiden. De leden doen tijdens de spelletjes wat er op hun kaartje staat. De leiders proberen het spel dan weer in goede banen te leiden.
Spelletjes
Kies in groep welk spelletje je wil spelen. Vervolgens trekt iedereen die in de ledengroep zit een kaartje. Al wie een ‘wees jezelf’-kaartje trekt, speelt het spel zoals hij het altijd zou spelen. Al wie een drempelkaartje trekt, moet dan weer in de rol kruipen die op het kaartje beschreven staat en moet zich daar gedurende het ganse spel naar gedragen. Geef de leden de tijd om zich in te leven in de rol. De deelnemers die in de leidinggroep zitten, zetten het spelletje ondertussen klaar. Van zodra iedereen klaar is, starten de leiders het spel en proberen zij alles in goede banen te leiden.
Nabespreking
Nadat elk spelletje is afgelopen, verzamel je iedereen voor een nabespreking. Die nabespreking gebeurt in drie fases.
Fase 1: Ontladen
Ga met z’n allen in een kring zitten en bespreek hoe de deelnemers het spel ervaarden. Vraag aan de deelnemers die in de ledengroep zitten wat ze dachten, wat ze zagen, wat ze voelden, hoe ze hun problemen – als ze een drempelkaartje hadden – probeerden te tonen en welke drempels zij ervaarden met het materiaal, de inkleding, de spelregels en met de groep. Vraag vervolgens aan de deelnemers die in de leidinggroep zitten wat zij dachten en voelden. Maar ook welke problemen zij zagen en welke gevolgen dat had voor de groep. Zorg ervoor dat iedereen zijn ervaringen kan delen.
Fase 2: Bruggen bouwen
Na de eerste fase heb je waarschijnlijk heel wat input verzameld. Je weet onder andere welke drempels er zijn en op welke manier ze een invloed hebben op het spel en op de groep. Maar hoe pak je die drempels nu aan? Of hoe verlaag je de drempels? Denk hierover na en doe in groep een brainstorm. Op de KLJ-website en in de KLJ-spelendatabank vind je alvast enkele methodieken voor een leuke brainstorm. Probeer een focus te bepalen. Op welke acties kan en wil je concreet inzetten?
Fase 3: Ondersteuning
Overloop nog eens met z’n allen welke conclusies en welke acties je zonet verzameld hebt. Kunnen jullie er nu al mee aan de slag? Prima! Noteer dan alles zodat je zeker niets vergeet en ga er tijdens een volgende vergadering mee aan de slag. Heb toch nog meer achtergrondinfo of ondersteuning nodig? Neem dan eens een kijkje op de KLJ-website. Daar staan al heel wat tips en tricks over het omgaan met drempels. Of misschien wil je wel een Vorming op Maat? In dat geval komen onze VKB’ers bij jouw afdeling op bezoek en leren ze je al doende veel bij. Maar je kan ook je afdelingsondersteuner of pedagogisch medewerker aanspreken.
Varianten
Na elke nabespreking kan je een nieuw spel spelen. Hoe je het nieuwe spel aanpakt, kies je volledig zelf. Zo kan iedereen zijn drempelkaart behouden of laat je iedereen telkens een nieuwe kaart trekken. Misschien kan je hetzelfde spelletje nogmaals spelen, maar dan met andere drempelkaartjes. Laat de deelnemers die in de ledengroep zitten ook eens leiding spelen en omgekeerd.
Extra info: Download de drempelkaartjes op www.klj.be/klj-voor-iedereen