Hindernissenkwartet

Kleine kaartjes, balpennen, horloge of wekkertje

Link met het thema

De kracht van de wind deed Petrus twijfelen en hij zonk. Het is niet altijd gemakkelijk om te geloven wanneer je dreigt omver geblazen te worden door negatieve reacties uit je omgeving. Hoe ga je daar mee om? Hoe reik je iemand die dreigt te zinken de hand?

 

Doel

Stilstaan bij de hindernissen die jongeren hebben als het over geloof gaat

Uitwisselen van ervaringen over het omgaan met deze hindernissen

 

Verloop

 

1. Schrijfmoment

Het spel kan door groepjes van vier (of een veelvoud van vier) personen gespeeld worden. Elke speler ontvangt vier blanco kaartjes. Elke deelnemer schrijft bij elk van de volgende domeinen (op vlak van geloof) iets op

-      thuis

-      godsdienstlessen

-      kerk

-      media

Op zijn/haar vier kaartjes vermeldt de speler bovenaan telkens het domein waarover het gaat.

Tijdens een schrijfmoment worden nu op de respectieve kaartjes mogelijke hindernissen van de jongeren genoteerd. Het kan gaan om een vraag, een stelling, een markante ervaring of mening….

 

Als het schrijven niet zo wil vlotten, kan je werken met deze richtvragen:

-      thuis: Kan je thuis terecht met vragen en twijfels rond mijn geloof? Zijn je ouders gelovig? Waaraan merk je dat? Ben jij op dezelfde manier gelovig als je ouders?

-      godsdienstlessen: Durf je op school uitkomen voor je geloof? Wanneer wel / niet? Zijn er nog andere gelovige jongeren bij jou op school? Is de godsdienstleerkracht gelovig, denk je? En de andere leerkrachten? Waar merk je dat aan?

-      kerk: Wat voor zin heeft het om naar de eucharistie te gaan? Waarom moeien kerkleiders zich in het maatschappelijk debat? Waarom besteedt de kerk haar financiële middelen niet anders?

-      media: Waarom leidt geloof naar zoveel geweld? Waar ligt de grens tussen humoristisch en respectloos omgaan met verschillende geloofsovertuigingen?

 

2. Kwartetspel

 

Als iedereen deze kaartjes voldoende van commentaar heeft voorzien, kan het spel beginnen. Iedereen gaat in een kring zitten en de kaartjes worden goed geschud. Elke speler krijgt vier kaartjes. Nu probeert elke deelnemer een kwartet de vormen dat alle vier de domeinen bevat.

Dit kwartet wordt gevormd door per beurt een ongewenste kaart door te geven aan de linkerbuur. Wie eerste een kwartet met de vier domeinen kan afleggen, leest de notities op de kaartjes en opent het gesprek. Er wordt verwacht dat elke speler reageert.

Er is een timewatcher die bij elk gevormd kwartet de tijd in het oog houdt, zodat het spel ook verder kan gespeeld worden.