Het is belangrijk om actie te ondernemen en de gepaste zorg aan te reiken. Hou daarbij ook altijd rekening met je eigen grenzen. Je bepaalt zelf tot waar je gepaste zorg kan aanreiken.
Reageren doe je volgens de 5 A's: Anderen betrekken, Aanspreken, Afleiding, Afzonderen en Aanwezig blijven en steunen.
Anderen betrekken
- Betrek betrouwbare personen, een vaardig iemand of een expert (dit bij iedere betrokken partij), en hou alles discreet.
- Draag dit niet alleen: deel verantwoordelijkheid, want samen weet je meer.
- Betrek alle betrokkenen in het proces.
Aanspreken
- Bespreek het pesten met alle betrokkenen. Pesten is een probleem op groepsniveau.
- Het heeft weinig zin om details en criteria te achterhalen, focus op volledigheid en impact.
- Plan altijd eerst een gesprek met de getroffene.
- Formulier stappen en acties vanuit de ik-persoon.
- Dwing geen beloftes af.
- Klikken ≠ melden. Leg dit uit: klikken wanneer je straf wenst, melden wanneer je wenst dat de situatie stopt of verandert.
Gesprek met de getroffene
De getroffene is vaak iemand die afwijkt van de groepsnorm (net wel of net niet goed in groep liggen), is soms minder sociaal vaardig, voelt zich onzeker en komt onvoldoende op voor zichzelf.
- Ondersteun en beluister empathisch.
- Breng grote lijnen en impact in beeld: vraag wie betrokken is en wat er al ondernomen werd.
- Bespreek opties, vraag naar ideeën, oplossingen en volgende stappen.
- Overhaal om betrouwbare personen te installeren en om verhaal te delen.
- Hou de getroffene verder op de hoogte over elke stap.
- Installeer samen opvolging en leg een volgend gesprek vast.
Gesprek met degene die pest
Degene die pest is vaak op zoek naar waardering en macht in de groep. De pester is meestal verbaal en fysiek sterk, doet zich zelfzeker voor, heeft weinig respect voor grenzen, weinig empathie en minder gewetensproblemen of inzicht op impact en gevolgen. De pester schrikt vaak bij confrontatie met situatie en gevolgen.
- Spreek aan op grens- of normoverschrijdend gedrag ≠ geen beschuldigend gesprek.
- Speel in op het al dan niet aanwezig zijn van schuldbesef of inlevingsvermogen.
- Breng gevolg, impact en gedrag in beeld, zeg dat het nu stopt. Bied, indien nodig, informatie aan over proces.
- Laat ruimte voor reactie, ideeën en oplossingen.
- Leg verantwoordelijkheid bij degene die pest: wat gaat die doen om de situatie te stoppen?
- Blijf het gedrag afkeuren.
- Bekijk samen welk gedrag wel gepast is. Vaak mist de persoon de nodige vaardigheden.
Gesprek met omstaanders
in grote groep zijn mensen geneigd niet of laattijdig te reageren. Je wordt een passieve omstaander. Je gaat ervan uit dat iemand anders het wel zal doen (sociale invloed), je verwacht dat er al iets gedaan is, je bent bang of gestresseerd, je denkt dat anderen betere hulp kunnen bieden ... Let hiermee op! Wees bewust van je rol en invloed en reageer.
Er zijn drie soorten omstaanders:
- De meeloper(s): sluiten zich aan bij degene die pest, vanuit bewondering, eigen voordeel, onwetendheid of angst.
- De struisvogels: zijn zich bewust van de situatie, maar reageren niet. Vinden het niet oké, ondernemen niets uit onwetendheid of angst.
- De redder: Neemt de getroffene in bescherming. Neemt risico afgewezen te worden, enkel wanneer die ellende van getroffene voelt en weet dat tussenkomst dingen zal veranderen. De redding is vaak afhankelijk van de status van de redder.
Zo ga je in gesprek:
- Maak duidelijk wat hun rol is, welke impact en gevolgen er zijn en dat dit nu stopt.
- Vraag naar ideeën en oplossingen, stel een plan op.
- Bied steun bij het ondernemen van stappen.
- Leg verantwoordelijkheid bij de groep: wat gaan jullie doen?
Afleiding
- Leid aandacht weg van pesterijen en zorg dat de groep zich in eerste instantie amuseert. Focus op binding en sfeer binnen de groep.
- Stel een vraag, start een gesprek over een ander onderwerp, vraag hulp aan de betrokken personen. Leg de focus op de activiteit of jezelf, weg van de situatie.
Afzonderen
- Haal de betrokken personen weg uit de situatie. Zeg bijvoorbeeld: "Hé, help je even mee met het halen van materiaal?’
- Let op dat je niet gaat isoleren. Het tijdelijk afzonderen kan escalatie voorkomen.
Aanwezig blijven en steunen
- Gesprekken zijn afgerond, verantwoordelijkheid ligt bij hen. Toon vertrouwen.
- Plan nieuwe gesprekken en opvolging in.
- Hou de situatie in het oog en laat het aan de groep over.
- Installeer vertrouwenspersonen of aanspreekpunten en communiceer dit met de groep. Zorg dat ze kunnen melden op een veilige manier.
- Blijf optreden en tussenkomen waar nodig, want eenmalig tussenkomen helpt niet.
- Verspreid de aanpak ook over de leidingsgroep: vorm één lijn.