Het speelcluborkest
Over het spel
- 0 tot 0 spelers, 8 tot 10 jaar
- onbepaald
Benodigdheden
Uitleg
Doel van het spel
Er is een dirigent die langskomt bij een speelclubgroep. Hij heeft een probleem: hij is al zijn orkestleden kwijt. Kan hij van de speelclubbers zijn nieuw orkest maken?
Materiaal
Muziekbox met instrumentale muziek
Iemand verkleedt zich als dirigent, de anderen zijn muzikanten
Muziekpartituren te printen
Spelverloop
Enkele opwarmers om erin te vliegen
Het dierengeluidenspel
Geef elk kind een dier met een herkenbaar geluid. Zorg dat je van elke soort twee dieren hebt (of één keer drie als je met een oneven aantal bent). We zitten in een kring, Sarah staat in het midden. Sarah zegt twee dierengeluiden. De twee kinderen die die dieren zijn, moeten zo snel mogelijk van plaats verwisselen. Ondertussen moeten ze hun geluidje maken. Sarah probeert hen voor te zijn door op een van de lege stoelen te gaan zitten. Wie geen zitplaats bemachtigt, blijft in het midden staan.
Ritme klaar
Je zegt “ritme klaar”, je eigen naam en dan die van iemand anders. Als je “ritme” zegt, sla je met je twee handen op je benen. Bij “klaar” klap je in je handen. Bij je eigen naam steek je je rechterduim omhoog en beweeg je ermee tot aan je schouder, en bij de naam van de andere doe je hetzelfde met je linkerduim. We spelen dit spel niet alleen met onze eigen namen, maar ook met nummers, dierengeluiden enz.
Lichaamsgeluid
We zitten/staan in een kring. De dirigent maakt geluiden op zijn lichaam (klappen op je benen, je armen, tikken op je tanden, stampen met je voeten, kloppen op je borstbeen, enz.), de rest doet na. Je kan ook enkele van de kinderen aan de beurt laten: weten zij nog iets dat je kan doen met je lichaam?
Loopje in de pas
Iemand stapt door de ruimte in een vast ritme. De rest loopt erachteraan en probeert dat op dezelfde manier te doen. Als iedereen mee is, kan er veranderd worden.
Genoeg opgewarmd, nu wordt het echt!
Muzikale verhalen
We zitten in een kring met onze rug naar het midden. Iemand gaat naar buiten. De anderen spreken een thema af, bijvoorbeeld jungle, fabriek, school, winkel, dierentuin, enz. De speelclubber wordt terug naar binnen geroepen en gaat in de kring staan. Als je in de kring staat, mag je op iemands rug tikken. Die maakt dan een geluid dat met het thema te maken heeft. De speelclubber blijft dat herhalen tot er opnieuw op zijn of haar rug getikt wordt. Dan moet die zwijgen. De ‘tikker’ mag meerdere mensen tegelijk hun geluid laten maken. Doel van het spel: de tikker moet het thema raden.
Verhalende muziek
We zetten muziek op. Iedereen loopt rond. Hoe zou je bewegen op die muziek? Probeer maar uit.
Het perfecte instrument
Een orkest zonder instrumenten is wat gek. Hoog tijd dat iedereen hun perfecte instrument gaat kiezen. Geef je leden even de tijd om een voorwerp te zoeken en ga in een kring staan. We gaan de cirkel rond en bij iedere beurt moeten de leden een ander geluid uit hun voorwerp produceren. Ga door totdat niemand nog een geluidje kan bedenken.
Partituren lezen
De dirigent heeft een groot blad bij. Dat is verdeeld in vakjes die opgevuld zijn met tekeningen, bijvoorbeeld een trapje, een wolk, allemaal puntjes, een spiraal, een leeuw, een zigzaglijn, enz. Er is één vakje leeg. De dirigent duidt een vakje aan en de kinderen maken een geluid dat daarbij hoort. Het lege vakje is een moment van stilte. De dirigent geeft het dirigeerstokje ook door aan de kinderen, zodat zij eens vakjes kunnen aanwijzen. Als je echte instrumenten hebt, kan je die ook op de partituur zetten.
Het grote moment
De dirigent is natuurlijk hier voor zijn concert en dat moet nu gespeeld worden.
Het luid-zacht/hard-stil-liedje
De dirigent staat voor de kinderen. Iedereen heeft een instrument of geluid gekozen. Als de dirigent kleine bewegingen maakt met zijn armen, dan speelt iedereen stil. Maakt hij grote bewegingen, dan speelt iedereen heel luid. Hij experimenteert daarmee.
De klokkenrace
Alle muzikanten zeggen zachtjes ‘tik-tak’ en kloppen bij elk woord zachtjes op hun benen. Als iedereen samen in de maat tikt, zeggen we niets meer en horen we enkel nog het getik op de benen. De eerste begint met het geluid van een wekker na te bootsen. Let op: je moet het kunnen volhouden totdat iedereen aan de beurt geweest is, dus niet één langgerekte ‘riiiiiiiing’. Na vier tellen begint de volgende en zo verder. Als we de kring rond zijn, mag de eerste weer zwijgen. Zo bouwen we af totdat uiteindelijk iedereen weer stil is.
Viva la musica
Iedereen kiest een geluidje voor het hele nummer. De dirigent duidt enkele kinderen aan die hun geluidje maken. Zolang de dirigent je niet opnieuw aanduidt, blijf je spelen. Als hij je wel aanduidt, stop je. De dirigent kan iedereen meerdere keren aan de beurt laten.
Einde van het spel
De dirigent bedankt iedereen voor hun inzet. Zonder hen zou het concert nooit gelukt zijn. Een luid applaus voor het speelcluborkest!